Ik bezocht Thorikos voor het eerst in de zomer van 1998 als drieëntwintigjarige student archeologie.Het was mijn eerste zomer als vrijwilliger bij de opgravingen van de Amerikaanse School op de Atheense Agora. In de weekenden organiseerde ik met mijn medestudenten uitstapjes – ekdromoi, noemden we ze nogal pedant in het Grieks – naar de grote sites in Griekenland, Olympia, Delphi, Knossos, allemaal plaatsen die we op de universiteit uitgebreid hadden bestudeerd tijdens de colleges. Ik herinner me nog goed dat iemand voorstelde om een gepland bezoek aan de Poseidontempel in Sounion te combineren met een tussenstop in Thorikos, een plek die wij niet kenden, maar die zij het jaar tevoren had aangedaan. Het zou gaan om een “hidden treasure”, een belofte die meer dan waar bleek te zijn.
Tijdens ons bezoek verbaasde ik me erover dat ik nog nooit had gehoord van deze prachtige site die zoveel belangwekkende elementen uit verschillende periodes bleek te bezitten: het oudste nog bestaande Griekse theater met zijn nog onderontwikkelde vorm, meerdere Myceense Tholos-graven en een industrieel kwartier dat een volstrekt uniek beeld schiep van een van de belangrijkste pijlers (de zilverwinning) van de Atheense bloeiperiode in de vijfde eeuw. Ik was overdonderd door de rijkdom die de Belgische opgravingen sinds de jaren zestig van de vorige eeuw aan het licht hadden gebracht.
Thorikos zou mij niet meer loslaten. Voor mijn masterscriptie in 2000 koos ik als onderwerp de ontwikkeling van de Griekse theaterarchitectuur, een onderwerp dat me onvermijdelijk terug naar Thorikos bracht. Een verblijf aan het Nederlands Instituut in Athene gaf me de mogelijkheid de site meerdere malen te bezoeken. Ik bezocht dan het theater voor mijn onderzoek, maar leerde en passant ook de rest van de site grondig kennen. Toen ik na mijn afstuderen studiereizen ging leiden, eerst voor de Universiteit van Amsterdam en de Rijkuniversiteit Groningen en later voor de Universiteit Utrecht, zorgde ik er altijd voor om Thorikos aan te doen, vanwege zijn veelzijdigheid, maar ook vanwege de schitterende ligging, op een heuvel vlak aan zee. Van het uitzicht vanuit in het theater op het eiland Makronisos (in de oudheid Helena genaamd) kan ik nog steeds geen genoeg krijgen en dat geldt evenzeer voor de studenten die er voor het eerst mee kennis maken.
Op een van die reizen raakte ik met een paar studenten geobsedeerd door de rijkdom aan scherven die we overal aantroffen. Ik weet nog goed dat ik half-serieus tegen een van hen zei dat hier eens een veldsurvey gedaan zou moeten worden. Het gelukkige toeval wilde dat ik enkele maanden later in gesprek raakte met de directeur van de Belgische opgravingen aldaar, prof. Roald Docter. Het bleek dat hij precies diezelfde ambitie had en hij vroeg mij om dat project samen met hem aan te gaan. Komende zomer is het alweer de zevende keer dat ik met Utrechtse studenten afreis, inmiddels om al het materiaal dat we in de afgelopen jaren hebben verzameld te bestuderen. De tienduizenden scherven die we door middel van onze gezamenlijke inspanningen hebben verzameld, hebben een schat aan informatie opgeleverd over de geschiedenis van de site: het ontstaan in het Neolithicum, de focus van bewoning op de Velatouri in de prehistorische en Archaïsche periode en het zachte wegkwijnen van de site in de vroeg-Hellenistische tijd. Maar bovenal heeft het project de liefde voor Thorikos verdiept, niet alleen bij mijzelf, maar ook bij mijn collega’s en de tientallen studenten die zich in de afgelopen jaren voor het project als vrijwilliger hebben opgegeven. Ik kijk nu al uit naar de komende campagne!
~Floris
Geen opmerkingen:
Een reactie posten